|
dampdiffusie en dampdiffusieweerstand (Z-waarde)
Dampdiffusie en dampdiffusieweerstandzijn termen uit de bouwfysica. Waterdamp gaat steeds van zones met een sterke concentratie aan damp(dus waar een hoge dampspanning heerst) naar zones met een minder hoge waterdampconcentratie.
Het verschil in dampdruk is het gevolg van een verschil in temperatuur of relatieve vochtigheid (RV) van de lucht aan weerszijden. Bijvoorbeeld poreuze materialen nemen vocht op"in evenwicht met" de relatieve vochtigheidvan de lucht. Met "in evenwicht met" wordt bedoeld dat het enige tijdkan duren voor het poreuze materiaal de vochtigheid van de lucht heeft (dietegen die tijd wellicht weer veranderd is). Een hogere relatieve vochtigheid betekent een hoger vochtgehalte in het materiaal.
Wanneer het materiaal aan de ene zijde in aanraking is met lucht met een lagere dampdruk dan aan de andere zijde,bijvoorbeeld in een gevel of een dak, dan zal door het verschil in dampdruk waterdamp stromen door het materiaal. Dit verschijnsel heet waterdampdiffusie of dampdiffusie. Er ontstaat hierbij een (water)dampstroom.
Damptransport in materialen vindt plaats door de lucht in de poriën van dat materiaal. Aangezien de meeste muur- en dakconstructies bestaan uit meerdere lagen van verschillende materialen, zal de dampdiffusie per laag verschillen.
richting van de waterdamp (icedd):
De hoeveelheid damp die door een constructie wordt getransporteerd is afhankelijk van:
- de grootte van het verschil van dampdruk tussen beide zijden van de constructie
- de mate waarin de constructie weerstand biedt aan de diffusie.
Buildwise raadt bij houtskeletbouw (in zijn algemeenheid houtbouw) bij damptransport door diffusie aan: "idealiter zorgt men ervoor dat de waterdampdoorlatendheid van de verschillende samenstellende lagen van dewand stelselmatig oploopt van binnen naar buiten". (Zie dampopenbouwen.)
Het watertransport (damptransport) door de constructie ondervindt daarbij een zekere weerstand die afhankelijk is van het materiaal en de dikte daarvan. Deze dampdiffusieweerstand of dampweerstand wordt weergegeven door de zogenoemde µ-waarde (mu-waarde), een dimensieloos getal dat de verhouding weergeeft van de dampweerstand van dat materiaal ten opzichte van de dampweerstand van een laag lucht van dezelfde dikte. De µ-waarde van een materiaal geeft dus aan hoeveel keer de dampdiffusieweerstandvan dit materiaal groter is dan die van een luchtlaag met dezelfde dikte, ookwel genoemd: (diffusie) equivalente-luchtlaagdikte.
Materialen zonder poriën hebben een oneindige dampdiffusieweerstand, bijvoorbeeld glas enstaal.
De dampdiffusieweerstand of Z-waarde Z = (µ*d) / (d lucht), waarin µ de dampdiffusiecoëfficiënt is (dampdiffusiegetal,dampremmingscoëfficiënt),d de dikte van de laag en d lucht = 0,185*10-9 s, waarmee Z wordt weergegeven door:
Z = 5,3*109 * µ * d met als eenheid m/s.
De Z-waarde wordt ook gegeven in GPa*m2*s/kg (bepaling1),mede door de uiteindelijke afkomst van de Z-waarde (bepaling2).
Hoe kleiner de µ-waarde hoe beter de dampdiffusie, d.w.z. des te sneller wordtde waterdamp afgevoerd. Een hoge µ-waarde is dus meer dampremmend ofzelfs dampdicht.
Omdat de getallen van Z niet zo handig zijn (die 109 vooral) wordt niet de dampdiffusieweerstandmaar de termen equivalente luchtlaagdikte of µd-waarde, Sd-waarde of
relatieve vochtweerstand gehanteerd; dat zijn verschillende termen voor hetzelfde:de waarde µ * d, waarbij d de dikte van de laag is in meters. Deeenheid van µd of Sd is dus ook meter. Met de µd-waarde (Sd-waarde, sd-waarde) wordt de weerstandtegen waterdampdiffusie gekwantificeerd van een bepaalde laagdikte van eenbepaald materiaal
Een µd- of Sd-waarde van 150 m betekentdat het materiaal in de aangegeven dikte dezelfde dampdiffusie heeft als eenlaag lucht van 150 m (en is daarmee een duidelijke dampremmer); een dampopen materiaal heefteen Sd van bijvoorbeeld 0,04 m.
Er lijken geen exacte grenzen te zijn en het volgende is onzeker, maar:
- dampopen µd < 1 m (of liever nog wat kleiner)?
- dampremmend µd > 20 m?
- dampscherm µd > 100 m?
De µd-waarde is simpel gezegd te zien als het aantal meter lucht datovereenkomt met het desbetreffende materiaal.
Hoe hoger de µd- of sd-waarde, hoe beter het materaal in staat is damp tegente houden.
Bij de dampweerstand van een gelaagde constructie zonder dampscherm worden de waarden van µ*d van de afzonderlijke lagen opgeteld:
µ*d (constructie) = µ*d (e, d.w.z. overgang buiten) + µ*d (laag 1) + µ*d (laag 2) + ... + µ*d (laag n) + µ*d (i, d.w.z. overgang binnen), in meter.
De µ*d van de overgangen worden meestal weggelaten omdat die verwaarloosbaarzijn; zo ook de dampovergangsweerstanden Zi van 40*10^6 (binnen; i bij Zvan interieur) en Ze van 7*10^6 (buiten; e bij Z van exterieur).
Voorbeelden van equivalente luchtlaagdikte (let op: Sd-waarde is eenandere naam voor μd-waarde):
- lucht van 50 mm dik: lucht heeft een μ-waarde van 1 (per definitie immers), dusin dit geval een μd-waarde van 1*0,05 = 0,05 m
- aerogel van 10 mm dik heeft een μd-waardevan 5 * 0,01 = 0,05 m
- Agepan DWD Protect mdf constructieplaat van 16 mm dik heeft een μd-waardevan 11 * 0,016 = 0,18 m
- asfalt van 100 mm dikte heeft een μd-waardevan 50.000 * 0,1 = 5.000 m
- baksteen van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van10 à 20 * 0,1 = 1,0 à 2,0 m
- bitumen (heet aangebracht) van 4 mm dikte heeft een μd-waardevan 50.000 * 0,004 = 200 m (koud aangebracht ca. 20 m)
- cellenbeton (variant C3) van 100 mmdik heeft een μd-waarde van 4 à 6, dus ca. 4 à 6 * 0,1 = 0,4 à 0,6 m(Febecel noemde 5 à 10 als μd-waarde, dus 0,5 à 1,0 m, afhankelijk van devolumieke massa)
- cellulose (bulk) van 200 mm dikte heeft een μd-waarde van2 * 0,2 = 0,4 m (Cyclin-paneel 1,1 * 0,2 = ca. 0,2 m)
- CLT (kruislaags hout) van bijvoorbeeld 160 mm dikteheeft een μd-waarde van 20 à 50 * 0,16 = 3,2 à 8 m
- EPDM van 1 mm dikte heeft een μd-waarde van40.000 * 0,001 = 40 m (de μ-waarde van EPDM wordt elders op 50.000 en op70.000 gesteld, wellicht afhankelijk van de leverancier)
- EPS 35 (35 kg/m3) van100 mm dik heeft een μd-waardevan 90 * 0,10 = 9,0 m
- gipsplaat van 12 mm dikte heeft een μd-waarde van4 tot 10 * 0,012 = ca. 0,05 à 0,12 m (meestal 5 à 6, dus ca. 0,06 à 0,07 m)
- gipskartonplaat van 12 mm dikte heeft een μd-waarde van 13 * 0,012= ca. 0,16 m
- glas, schuimglas (foamglas)en staal (en aluminium e.d.) hebben alle een μ-waarde oneindig dus ook een μd-waarde vanoneindig (geen enkele dampdoorgang, volledig dampstoppend)
- glaswol van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van1 * 0,1 = 0,1 m
- hennepblok(IsoHemp e.d.) van 360 mm dik heeft een μd-waarde van 0,360*2,8 = 1 m
- hout van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van50 tot 200 * 0,1 = 5 à 20 m
- houtvezelplaat (isolatie) van 100 mm dikte heeft een μd-waarde vanca. 5 * 0,1 = ca. 0,5 m (houtvezelplaat Agepan DWD protect van 16 mm dikte heeft een μd-waardevan 11 * 0,016 = 0,18 m en wordt dampopengenoemd)
- kalkzandsteen van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van25 * 0,1 = 2,5 m
- Keim Purkristalat gevelverf heeft een μd-waardevan 0,01 m dus zeer dampopen
- kurk (geëxpandeerd) heeft een μ-waardevan 5 à 30
- leemplaat (Lemix)van 22 mm dikte heeft een μ-waarde van 5 à 10 * 0,022 = 0,11 à 0,22 m
- linoleum van 2,5 mm dikte heeft een μd-waarde van1800 * 0,0025 = ca. 4,5 m
- multiplex van 500 kg/m3 en 18 mmdikte heeft een μd-waarde van 200 * 0,018 = 3,6 m (let op: er zijn veelsoorten multiplex, variërend van µ < 50 tot ca. 200, afhankelijk vanmateriaal, opbouw, soort lijm e.d.; de zwaardere soorten hebben meestal eenhogere µ)
- OSB van 12 mm heeft een μ-waarde van 30tot 170 en een μd-waarde van 30 tot 170 * 0,012 = ca. 0,4 à 2,0 m (ElkaESB, een speciaal type OSM, heeft een μ-waarde van 80 en bij eendikte van 16 mm een μd-waarde van 80 * 0,016 = ca. 1,3)
- PE-folie van 0,2 mm dikte (=0,0002 m) met een μ-waarde van 100.000 heeft een μd-waardevan 20 m
- pleisterlaag (cementpleister)van 10 mm dikte met een μd-waarde van 17 * 0,01 m = 0,17 m
- pleisterlaag (kalkpleister) van 10 mm dikte met een μd-waarde van11 * 0,01 m = 0,11 m
- pleisterlaag (gipspleister) van 10 mm dikte met een μd-waarde van6 * 0,01 m = 0,06 m
- PUR bij 100 mm dikte heeft een μd-waardevan 50 à 185 * 0,1= 5 à 19 m
- PVC van 2 mm dikte heeft een μd-waardevan 20.000 * 0,002 = 40 m
- rietvezelplaat of strovezelplaat van 50 mm dikte hebben een μd-waardevan 3 * 0,05 m = 0,15 m
- rubber heeft een μ-waarde van 9000
- schapenwol van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van 4 à 5 * 0,1 = 0,4 à0,5 m
- steenwol van 100 mm dikte heeft een μd-waarde van1 à 5 * 0,1 = 0,1 à 0,5 m
- XPS van 100mm dikte heeft een μd-waarde van 150 à 300 * 0,1= 15 à 30 m
- zandsteen van 100 mm dikteheeft een μd-waarde van 10 * 0,1 = 1 m
Dampdiffusie, isolatie, ventilatie en condensatie (bron o.m. Joes van Asten,van Mul BV ontwerpers enadviseurs)
- "Vocht wordt in een woning in grote hoeveelheden geproduceerd (in de orde van groottevan 10 liter per dag, afhankelijk van o.m. het aantal personen). Deze hoeveelheden zijn alleen d.m.v. ventilatie uit een woning teverwijderen, m.a.w.: ventilatie moet!
- Isolatie in de constructie is bedoeld omverliezen door warmtetransmissie te beperken. Hoge Rc-waardenleiden tot minder warmteverliezen en dus minder energieverbruik.
- Vocht in een woning zal zijn weg gaan zoeken naar een plek met een lagereluchtvochtigheid (dampdiffusie). Een dampremmende folie aan de warme zijdeis noodzakelijk om het vocht te weren uit de constructie en uit de isolatie.Omdat een dampremmende folie regelmatig wordt onderbroken voor bijvoorbeelddoorvoeringen zal er op die plekken toch vochtige lucht de constructie en deisolatie binnen 'lekken' en mogelijk afkoelen en condenseren.Om schade zoals houtrot in de constructie te voorkomen dient die condens naarbuiten toe te worden afgevoerd: de constructie aan de buitenzijde dientdaarom waterwerend maar dampdoorlatend te worden uitgevoerd."
- Om het opsluiten van vocht in de constructie van dak of gevel te vermijden kaneen klimaatfolie worden toegepast,bijvoorbeeld bij na-isolatie van een dak aan de binnenzijde van de woning. Een klimaatfolie is zowel dampopen alsdampremmend: de zelfregulerende folie varieert het dampremmende karakter afhankelijk van de luchtvochtigheid en temperatuur(relatieve vochtigheid) van de ruimte en past zijn dampdiffusie daartoe automatisch aan het seizoen aan.Een klimaatfolie kan daarmee schimmel en rot van de constructie vermijden. Zorgervoor dat er tussen klimaatfolie en kamer (woonzijde) alleen dampopen materialenzijn én doorboor de klimaatfolie niet nadat de gipsplaten zijn aangebracht.
diffusieweerstandsgetallen (μ) en berekeningen equivalente luchtlaagdikte (μd) van een aantal bouwmaterialen (uit "wind- en luchtdicht, dampopen en koudebrugvrij isoleren", van isoproc)
|
Doorlatendheid van CO2
Bij de diffusie kan worden aangegeven waarvoor de doorlatendheid geldt: voor H2Oof CO2. Bij beton is bijvoorbeeld voor betonverf een lage doorlatendheid voorCO2 belangrijk, omdat CO2 voor carbonatatievan beton zorgt: de pH daalt soms tot onder de 9 waardoor corrosie van de wapening optreedt,het beton kan gaan barsten en betonrot kan ontstaan.
Documentatie
- Wind- en luchtdicht, dampopen en koudebrugvrij isoleren (van Isoproc)
"Vochttransport (damptransport) als gevolg van luchtstroming, bijvoorbeeld door luchtlekkenin het isolatiemateriaal, wordt convectief vochttransport genoemd. Dehoeveelheid vocht die door deze lekken in de constructie komt, is vaak velemalen groter dan het vocht dat door diffusie door de materialen treedt." Eenreden te meer om luchtlekken te vermijden.
Berekeningen m.b.t. dampdiffusie kunnen worden uitgevoerd in programma's als Glaser,Match, Wufi en Glasta.
De term diffusie is afkomstig van het Latijnse diffundere (verstrooien,uitstromen), van dis (uit elkaar, in welke richting) en fundere(gieten).
Met dank aan ir. F. Vink, Rockwool, Stybenex, ICEDDen Roofs.
Zie ook dampstroomdichtheid, dampspanningsdeling, relatieve vochtigheid, dampopenbouwen, dampscherm, dauwpunt,luchtdicht bouwen.
Zie bijvoorbeeld MGMeuwissen Gerritsen Isolatie.
Eng. vapour/vapor (Am.) diffusion resistance factor